Hoe kunnen we mensen die worstelen met suïcidale gedachten beter ondersteunen, juist op de momenten dat het er echt toe doet? Een recent onderzoek richtte zich precies op die vraag. Het doel was om een gebruiksvriendelijke, digitale oplossing te ontwerpen die mensen in crisissituaties direct houvast geeft én hen helpt tijdens hun herstelproces.

De doelgroep bestaat uit mensen die een verhoogd risico lopen op suïcide, maar ook hun zorgprofessionals en hun naasten, zoals familieleden en vrienden die dichtbij de persoon staan. De app verbindt hen op een toegankelijke manier met elkaar en vormt zo een vangnet.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Stichting Bestaanskracht door Ana Tudoran, een internationale student (stagiaire) van de opleiding “User Experience Design” van De Haagse Hogeschool, in samenwerking met ervaringsdeskundigen en suïcidepreventie-deskundigen.

De resultaten laten een compleet concept zien: een app voor mensen met een verhoogd risico op suïcide die signalen zoals hartslag, stressniveau, slaap en locatie kan analyseren, en bij risicovolle situaties passende acties voorstelt. Dat kan variëren van een eenvoudige check-in vraag tot het direct openen van een persoonlijk veiligheidsplan of het inschakelen van hulpdiensten. Daarnaast bevat de app hulpmiddelen zoals ademhalingsoefeningen, meditatie, een dagboekfunctie en een ‘mijn box’ met persoonlijke steunbronnen. Ook kunnen zorgverleners en naasten – met toestemming – waarschuwingen krijgen wanneer er sprake is van verhoogd risico. Deze aanpak biedt niet alleen directe steun in crisissituaties, maar stimuleert ook zelfinzicht en herstel op de langere termijn.

Voor zorgprofessionals biedt de app een overzichtelijk dashboard waarmee zij in één oogopslag – met toestemming van hun cliënt – de actuele status van hun cliënten kunnen zien. Denk aan geanonimiseerde statistieken over hartslag, stressniveaus, slaap en activiteit, aangevuld met signalen uit check-ins en zelfrapportages. Bij verhoogd risico kan de professional direct een melding ontvangen, waarna opties beschikbaar zijn om contact op te nemen, het veiligheidsplan te raadplegen of – indien overeengekomen – de locatie van de cliënt te bekijken. Ook kunnen professionals via de app sessies inplannen, therapienotities bijhouden en trends in het welzijn van de cliënt volgen. Deze functies maken het mogelijk om proactief te handelen en zorg meer op maat te bieden.

Voor naasten – zoals familieleden of vrienden – is er een speciale versie van de app die hen helpt – met toestemming van de persoon met suïciderisico – betrokken te blijven zonder opdringerig te zijn. Met toestemming van de gebruiker ontvangen zij meldingen wanneer er sprake is van verhoogd risico of wanneer hun hulp gewenst is. De app geeft toegang tot het persoonlijke veiligheidsplan, inclusief duidelijke instructies over wat zij op zo’n moment kunnen doen. Daarnaast bevat de app tips voor communicatie, zelfzorg en het herkennen van signalen, zodat naasten zich gesteund voelen in hun rol. Een check-in functie maakt het mogelijk om op een laagdrempelige manier contact te houden, bijvoorbeeld door een kort berichtje of teken van aanwezigheid te sturen. Zo worden naasten een actieve, maar veilige schakel in het steunnetwerk.

Belangrijke aanbevelingen uit het onderzoek zijn onder meer: het personaliseren van instellingen zodat gebruikers zelf bepalen welke signalen en acties relevant zijn; nauwe samenwerking met hulporganisaties zoals 113; en voortdurende evaluatie van effectiviteit en gebruiksgemak. Geïnteresseerden worden opgeroepen om mee te denken, te testen en samen deze innovatie verder te ontwikkelen. Want alleen door samen te werken, kunnen we het verschil maken op momenten die er het meest toe doen.

Dit onderzoek toont het belang van co-creatie met ervaringsdeskundigen en het gebruik van technologie als middel om zelfstandigheid, veiligheid en herstel te bevorderen in de GGZ. Het is een stap op weg naar een werkende oplossing voor suïcidepreventie van ggz-cliënten waarvoor het consortium “Miles op maat voor suïcidepreventie van ggz cliënten” zich inzet.

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Programma “Miles op maat voor suïcidepreventie van ggz-cliënten”. De volgende personen (organisaties) zijn hierbij betrokken: Chani Nuij (Vrije Universiteit Amsterdam), Jaël van Bentum (Universiteit Utrecht), Lizanne Schweren (Stichting 113 ZP), Martin van der Weg (Stichting Bestaanskracht / Stichting Miles HealthTech), Mirjam van Driel (Stichting 113 ZP), Nienke Kool (Parnassia Groep / Verpleegkundig platform), Remco de Winter (GGZ Rivierduinen, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Maastricht), Saskia Mérelle (Stichting 113 ZP) en Wouter van Ballegooijen (Vrije Universiteit Amsterdam).

Wilt je hierover meer weten, meedenken of meedoen? Neem dan contact met ons op via het contactformulier!